Een golfer met handicap 18 raakt gemiddeld 3 greens per 18 holes, de resterende 15 holes moet de bal dus op een of andere manier de green op komen. De chip- and-run vind ik persoonlijk één van de belangrijkste skills om in huis te hebben. Een chip-and-run kan namelijk gespeeld worden met veel verschillende clubs van een sand-wedge tot een ijzer 6 (meer loft minder run, minder loft meer run). Het juiste schot kiezen voor de situatie is overigens ook een kunst! Veel of juist weinig rol? Kan het laag of moet het iets hoger? Visualiseren en de vraag stellen: “Wat moet ik hier met de bal doen?” kan enorm helpen met het maken van de juiste keuze. Maar goed chippen geeft sowieso meer vertrouwen, zeker als je tijdens een ronde wat meer greens mist dan normaal kan degelijk chippen ervoor zorgen dat de score nog enigszins goed bij elkaar gehouden kan worden.

Hieronder leg ik de set-up basics uit en twee veel voorkomende problemen uit met de oplossingen en bijpassende drills voor tijdens het oefenen.

Note: Dit artikel is geschreven uitgaande van een rechtshandige golfer.

Pre-swing basics

Uiteraard is het geen garantie voor succes maar ik ben van mening dat het aanleren van goede pre-swing gewoontes alleen maar helpen. Laten we dus beginnen met wat set-up basics die helpen aan een goed fundament.

Grip de club iets zwakker zodat de rug van de linkerhand iets meer gedraaid is richting het doel. Dit zorgt ervoor dat de linkerpols wat vlakker wordt en maakt het makkelijker om goed door de bal te releasen. Zonder hard te knijpen willen we de grip stevig vasthouden om teveel activiteit met de polsen door impact te voorkomen.

Stand – zorg voor een smalle stand met ongeveer 70% van het gewicht op de voorste voet. Dit zorgt ervoor dat de club neerwaarts door de bal kan bewegen en geeft meer controle over het laagste punt van de swing. De linkervoet is iets opengedraaid.

Shaft en balpositie – plaats de bal iets rechts van het midden waardoor de shaft iets richting het doel gaat leunen. Overdrijf dit leunen van de shaft niet want we willen niet dat de leading-edge van de club te diep in de grond komt!

Rotatielijn – zorg ervoor dat de schouders ongeveer horizontaal zijn en voorkom hiermee het achter de bal kantelen! Met de schouders mee gelijk aan de grond is het gemakkelijker om een rechte lijn te creëren van boven naar beneden door de linker schouder, heup en naar de linker grote teen (zie witte lijn op de foto). Om deze witte lijn willen roteren!

Set-up chip

Hieronder twee veel voorkomende chip problemen die meestal ontstaan door hoe ik het vaak omschrijf als “death moves”.

Death moves, oplossingen en drills

Death Move 1 – “Backfoot Boogie” – ofwel teveel achter de bal hangen om de bal als het ware de lucht in te willen scheppen (zie foto). In de meeste gevallen zorgt ervoor dat de bal te dun geraakt wordt (onder in het clubblad) of getopt gaat worden en over de green schiet. Meestal ontstaat dit probleem door een verkeerd concept, dat men onder de bal moet komen om de bal de lucht te kunnen slaan. Niet waar! Het probleem is dat door het borstbeen achter de bal te kantelen en het gewicht op de achterste voet, het laagste punt teveel rechts van de bal is. De grond wordt te vroeg geraakt en de club raakt de bal te hoog. Bij een toppende bal is er dus geen controle over het laagste punt door een verkeerde lichaam beweging.

Nee, niet zo!

Oplossing – Connectie, stille polsen en rotatie. Zorg ervoor dat de bovenarmen tegen het lichaam blijven (alsof er iets onder uw oksels zit). Haal de club rustig en met stille polsen weg en blijf druk houden op de linkervoet.

In de set-up hebben we omschreven dat we een rechte lijn moeten creëren die van boven naar beneden door de linker schouder, heup en teen loopt. Het gewicht is merendeels op de linkervoet en het borstbeen is links van de bal (witte lijn). Nu is het kwestie dat dit punt of witte lijn gebruikt wordt om daar omheen te draaien waarbij de druk op de linkervoet gedurende de hele beweging hetzelfde is! Aan het einde van de swing is de club ongeveer in het verlengde van de linkerarm, de linkerpols is recht!

Externe focus. Borstel een paar keer het gras, wees bewust op de plek en de diepte van het borstelen van het gras. De dop (butt-end) van de grip wijst naar de linkerheup aan het einde van de swing. De linkerpols is vlak aan het einde van de swing.

Interne focus. Linkerschouder roteert links omhoog door impact (i.p.v. omhoog en kantelen). Voel de druk op de linkervoet.

Drill – Muntjes chippen

Leg een muntje op de grond en probeer deze weg te chippen. Je zult merken dat het niet echt uit maakt of je net voor de bal de grond raakt, zolang het maar niet te rechts van de bal is en zeker niet te diep! Het laagste punt is namelijk niet een exact punt maar meer een vlak stukje aan de onderkant van de cirkel die de club maakt.

Muntje chippen

Drills – Raak de tee

Druk een tee de grond in en probeer deze te raken zonder te diep de grond in te slaan. Je traint hier de diepte van je swing en oefent hier de controle over het laagste stuk van de cirkel.

Tee raken

Death Move 2 – “Shankers Paradise” ofwel de club teveel van het lichaam af bewegen. Er zijn twee manieren van shanken, teveel in to out of andersom teveel out to in. In dit geval omschrijf ik de extreme in-to-out variant want die komt over het algemeen het meeste voor. Meestal ontstaat dit doordat men de club in een veel te gesloten positie en naar binnen wegneemt (foto links). Gevolg daarop is vaak een beweging waarbij de armen teveel van het lichaam af bewegen, alsof met met de club de bal wil na wil wijzen naar het doel. De handen bewegen weg van het lichaam i.p.v. er omheen en de hak van de club komt teveel in het spel met die nare shank als gevolg.

Nee! Teveel inside en gesloten clubface!

Oplossing – wijder weg, clubface controle en zwaaivlak. Zorg ervoor dat bij het weghalen van de club de handen voor het lichaam blijven (zie foto) en niet naar binnen worden getrokken. Het clubblad wijst ongeveer net boven de bal.

Zo heb je meer kans!

Let erop dat bij het doorzwaaien de club als het ware de bocht om draait i.p.v. weg van het lichaam. De club blijft in het zelf zwaaivlak bewegen en komt er niet buiten (zie foto), de handen blijven relatief dichtbij het lichaam.

Externe focus. Maak een poortje van 2 tees en beweeg daar doorheen. Probeer de bal meer met de teen van de club te raken.

Interne focus. Beweeg de dop van de grip (butt-end) dichtbij het lichaam blijft tijdens het roteren.

Drills

Pak een extra bal en leg die net links voor de bal die u gaat chippen. Beweegt u de club teveel in-to-out dan raakt u de tweede bal.

Steek een alignment stick in de grond en leg een andere in lijn daar achter (foto onder). Plaats een bal voor de stick op de grond en maak swing waarbij de club richting de schone alignment stick beweegt.